Atjar jagung – zoetzuur van mais en adjuma peper, geeft je gerechten een kick! Ik heb bij elk gerecht iets van een ‘zuurtje’ nodig. Klinkt een beetje ‘cheffy’, maar een zoetzuur of een pickle maakt mijn gerechten compleet. Iedereen heeft een verdwaald blikje mais achterin zijn voorraadkast staan, en deze kun je perfect gebruiken om een frisse atjar van te maken. De adjuma peper is mijn persoonlijke touch aan deze atjar en geeft het een frisse en fruitige smaak.
In principe kun je van elke groente een atjar maken. Een atjar is een zoetzuur of pickle, groenten ingelegd in een mengsel van water, azijn, peper, zout en eventueel specerijen. Acar ketimun (zoetzuur van komkommer) en acar campur (atjar tjampoer) zijn hier een goed voorbeeld van. Francis Kuijk deelt in haar basisboek Indonesisch ook een recept voor atjar met mais. Toen ik een restje mais over had van een ander recept (Indische maiskoekjes) dacht ik aan haar atjar en besloot mijn eigen variant te maken. Ik voegde adjuma peper toe, een hete gele peper met een fruitige smaak.
Zoetzuur van mais
Wat ik ook deed was de mais vooraf aanbakken/blakeren in een droge koekenpan. Dit is geen must, maar het geeft de mais wel een lekkere rokerige smaak. Verder is het recept vrij simpel, want je hebt er maar een paar ingrediënten voor nodig. De peper is wat mij betreft een heerlijke toevoeging. Het geeft de atjar een kick. Adjuma peper kun je kopen in de meeste supermarkten. Het is een van mijn favoriete pepers die ik onder andere gebruik in mijn pittige piccalilly sambal.
Let wel op en gebruik altijd handschoentjes als je deze pepers snijdt. Deze pepersoort is vrij pittig en blijft op je handen zitten. Voeg de hoeveelheid toe naar smaak. Naarmate de peper in het azijnmengsel zit, wordt de smaak wel iets milder. Ik voeg er zelf twee toe. Ik snijd ze in dunne plakjes. Serveer de pickle bij Indische en Indonesische gerechten, heerlijk bij rijst, lekker op een broodje of sandwich als topping, bij de barbecue, over vlees, vis, kip, ei, tofu en tempeh.




