Bapao met gehakt

BEREIDING

• Doe 160 – 175 milliliter warm water in een maatbeker samen met het zakje gist van 7 gram en 1 theelepel suiker. Roer dit even door en laat het even staan zodat het gist geactiveerd kan worden.
• Zeef 300 bloem boven een grote kom en voeg 1 theelepel zout toe. Schenk het gistmengsel erbij en roer het door elkaar. Doe dit met chopsticks of een spatel.
• Zorg dat de bloem volledig is opgenomen door het vocht en kneed het deeg nu verder met de hand. Kneed het minimaal 8 tot 10 minuten voor een soepel deeg.
• Strooi een beetje bloem in een kom en leg hierop de deegbal. Dek af met huishoudfolie en een theedoek en laat het in volume verdubbelen. Ondertussen ga je de vulling maken.
• Snipper de ui, 2 tenen knoflook en snijd 3 bosuitjes en 8 takjes selderij fijn. Verhit een eetlepel olie in een koekenpan en fruit de ui en de knoflook aan. Leg er 2 laurierbladen erbij en bak deze mee. Voeg nu 450 gram gehakt toe en bak het snel rul op een hoog vuur.
• De fijnhakte bosui selderij kunnen er nu bij. Schep alles goed om met een spatel. Als laatste voeg je 1 theelepel laos, sambal oelek naar smaak, 2 eetlepels ketjap manis en 2 eetlepels tomatenketchup toe, schep goed om. Breng op smaak met peper en zout. Zet de vulling apart tot gebruik.
• Kijk na 1 uur rijzen of je deeg verdubbeld is in volume. Zo ja, druk dan de lucht eruit, kneed het nog even door en draai er balletjes van. Maak balletjes van ongeveer 45 gram per stuk. Weeg dit af op een keukenweegschaal. Uiteindelijk kun dan 10 bapao broodjes maken. Voor kleine (mini) bapao maak je balletjes van 30 gram per stuk, dan heb je uiteindelijk 15 stuks. Laat ze op een stukje bakpapier onder een theedoek voor 15 minuten rusten.
• Pak de vulling erbij. Neem nu een balletje en druk deze plat met je hand. Maak met je duimen een klein kuiltje in het midden en schep daar een eetlepel vulling in. Vouw het dicht (dit is de onderkant) en rol er een balletje van. Doe dit ook met de rest van het deeg en de vulling.
• Leg de gevulde broodjes onder een theedoek en laat nog een uur rijzen.
• Kook ondertussen een grote pan met een laagje water. Zet er een speciale stoompan of bamboe stoommand op of hang er een metalen vergiet boven. Leg hier een bakpapiertje in, zodat de bapao niet aan de bodem plakt. Stoom nu per keer een aantal bapao’s, bijvoorbeeld 4 per keer. Zet een deksel op de vergiet, zodat de stoom in de pan blijft. Na 15 tot 20 minuten stomen is de bapao klaar. Je kunt ziet dat ze gaar zijn al de bovenkant niet meer vochtig is maar droog.
• Stoom de bapao’s allemaal en bewaar ze in de koelkast of vries ze in. Wil je ze eten, stoom ze dan een paar minuutjes, zodat ze lekker warm en zacht worden. Serveer met chilisaus.