Aardappel-knoflookbrood

BEREIDING

• Weeg ongeveer 200 gram aardappels af. Kook genoeg aardappels in ruim water om 150 gram puree van te maken. Als de aardappels gaar zijn, giet je de aardappels af en vang je het kooknat op in een maatbeker of schaaltje.
• Stamp de gekookte aardappels tot een fijne puree. Hak 2 tot 4 teentjes knoflook fijn, afhankelijk van je eigen smaak. Zet dit beiden apart tot gebruik.
• Gebruik 150 milliliter kooknat en voeg daaraan de maple syrup (of agavesiroop/suiker) en de gist toe. Roer dit goed door en laat het daarna staan tot de gist gaat bubbelen. Als het goed is, gaat het gist schuimen. Als dat niet het geval is, dan is de gist niet actief meer (niet vers of te oud). Maak dan een nieuw mengsel met lauwwarm water in plaats van het kooknat.
• In een schone kom doe je de droge ingrediënten. 360 gram bloem, 1,5 theelepel zout, 1 theelepel knoflookpoeder, 1 theelepel uienpoeder, 2 theelepels oregano, 1 theelepel tijm, 1 theelepel rozemarijn. In plaats van oregano, tijm en rozemarijn kun je eventueel ook 4 theelepels Italiaanse of Provençaalse kruiden gebruiken.
• Mix met een garde de droge ingrediënten goed door elkaar.
• Voeg nu 3 eetlepels olijfolie toe. Vervolgens voeg je de fijngehakte tenen knoflook en 150 gram aardappelpuree toe. Schenk het gistmengsel erbij.
• Met een stevige spatel of met je handen kneed je alle ingrediënten tot een soepele deegbal. Kneed het deeg ongeveer 5-10 minuten stevig door. Als het deeg te plakkerig is (dus aan je vingers blijft plakken), voeg je een beetje bloem toe. Als het deeg te droog is (de bal is stug of kruimelig), voeg dan nog een beetje kooknat toe. Het moet een mooie soepele deegbal worden die niet meer aan je vingers plakt.
• Nu moet het deeg voor de eerste keer rijzen. Gebruik een schone, droge kom en bestrooi de bodem met een klein beetje bloem. Leg de deegbal daarin en strooi daar een klein beetje bloem overheen. Bedek de kom met huishoudfolie of met een lichtvochtige theedoek. Zet de kom weg op een warme plek.
• Als de deegbal ongeveer 2 keer zo groot is geworden (afhankelijk van de omgevingstemperatuur duurt dat ongeveer 1 uur), dan is het deeg voldoende gerezen.
• Haal de deegbal uit de kom en kneed deze nog een keer stevig door.
• Vorm het deeg tot een mooie robuuste bal en leg deze op een ovenplaat. Vorm het brood zoals je wilt dat het brood eruit komt te zien (halfronde bal of iets meer ovaal). Dek het brood af met huishoudfolie of een vochtige theedoek. Laat dit nog een keer 30-60 minuten staan op een warme plek voor de narijs.
• Verwarm de oven voor op 230 graden (heteluchtoven). Zet op de bodem van de oven vuurvast schaaltje met een beetje water erin. Het water zorgt voor stoom en daardoor krijg je een knapperige korst.
• Zet het brood in de oven en zet het rooster zo laag mogelijk. Stel nu de oventemperatuur in op 220 graden en een baktijd van 25 minuten.
• Controleer of het brood gaar is door een satéprikker in het midden van het brood te prikken. Als deze er schoon uitkomt, is het brood gaar. Zo niet bak het dan nog 5 minuten langer. Of gebruik een kernthermometer. De kern van het brood moet ongeveer 95 graden zijn.
• Als het brood klaar is, haal je het uit de oven. Laat het brood minimaal 30 minuten afkoelen op een rooster voordat je het aansnijdt.
• Het lekkerst is om het brood op dezelfde dag te eten. Het is 1 dag na het bakken nog vers maar daarna neemt de versheid af. Je kunt er daarom voor kiezen om het brood in plakken te snijden, er velletjes bakpapier tussen te doen en deze vervolgens in te vriezen.