Nasi ulam, een koude rijstsalade met verse groene kruiden en geroosterde kokos. Misschien heb je nog nooit van dit heerlijke Maleisische gerecht gehoord, maar ik kan je vertellen dat het heel erg lekker is! Het is een heel aromatisch, fris en licht gerecht. Het past perfect bij een mooie zomerse dag, bij een rijsttafel of je eet het als een salade.
Bij nasi denk je waarschijnlijk eerst aan gebakken rijst (nasi goreng). Dat is ook wel logisch want nasi = rijst. Nasi ulam eet je koud in de vorm van een ‘salade’. Je kookt dus eerst rijst en laat deze afkoelen voordat je het verder gaat verwerken. Je kunt hier voor pandanrijst, basmatirijst of jasmijnrijst gebruiken maar ook zilvervliesrijst is een goede optie. Zilvervliesrijst heeft mijn voorkeur voor dit recept want deze heeft een mooie losse korrel en plakt niet, en dat is wel fijn is bij deze salade. Rijst kun je perfect koken in de multicooker, de beste rijstkoker die er is!
Nasi ulam (rijstsalade met verse kruiden)
In het authentieke Indonesische recept worden verschillende soorten kruiden en bladeren gebruikt, hoe meer groen hoe beter. Bladeren zoals betelblad (peperblad) en kurkumablad zijn ingrediënten die vaak worden gebruikt voor dit gerecht samen met andere ‘meer bekende’ groene kruiden. Ik heb ervoor gekozen om deze salade te maken met ingrediënten die overal goed verkrijgbaar zijn. Verse Thaise basilicum is tegenwoordig ook te koop in de supermarkt en bij de meeste toko’s kun je ook verse kemangi (basilicum uit de Indonesische keuken) vinden.

Voor een paar ingrediënten moet je wel een tripje naar de toko maken, naast sereh en djeroek poeroet heb je namelijk ook gedroogde garnaaltjes nodig. Deze garnaaltjes zijn een belangrijk en onmisbaar onderdeel voor dit gerecht. En als je nu denkt, ieuw! Denk dan aan de smaak van kroepoek, want daar kun je het een beetje mee vergelijken. Deze garnaaltjes vind je bij de toko in de vriezer onder de naam dried peeled shrimp. Bewaar ze thuis in de vriezer. Eenmaal uit de vriezer zijn ze binnen 5 minuten klaar voor gebruik. Je vermaalt ze in een koffiemolentje of vijzel en roostert ze in een droge koekenpan.
Wil je dit recept bewaren? Pin dan de onderstaande afbeelding op jouw Pinterest borden.
Lees verder onder de afbeelding.

Nasi ulam (rijstsalade met verse kruiden)
4
personen30
minuten10
minuten40
minutenNasi ulam, een koude aromatische rijstsalade met verse kruiden en kokos. Een heerlijke zomerse salade die heerlijk smaakt bij de barbecue, maar ook als lunch of lichte avondmaaltijd.
Met de kookmodus valt jouw scherm niet uit tijdens het koken. Klik op de slider om de kookmodus uit te schakelen.
INGREDIËNTEN
300 gram gekookte afgekoelde rijst
4 eetlepels gedroogde garnaaltjes, (ontdooid)
3 eetlepels kokosrasp
4 eetlepels ongezouten pinda’s
1 eetlepel vers gehakte koriander
2 eetlepels vers gehakte peterselie
4 takjes verse munt (de blaadjes)
1 eetlepel vers gehakte Thaise basilicum
4 blaadjes djeroek poeroet, in flinterdunne reepjes gesneden
2 bosuitjes, in dunne ringetjes gesneden
1 stengel sereh het witte gedeelte, flinterdun gesneden
1 rode ui, in halve maantjes geneden
halve eetlepel lichte palmsuiker (of gewone suiker als alternatief)
1 theelepel gemalen zwarte peper
halve theelepel gemalen witte peper
halve theelepel zout
gedroogde chilivlokken naar smaak
3 eetlepels gebakken uitjes
1 limoen
BEREIDING
- Zorg dat je de rijst een dag van te voren of vroeg in de ochtend kookt zodat deze af kan koelen. Bewaar de rijst tot gebruik in de koelkast. Laat 4 eetlepels garnaaltjes licht ontdooien.
- Zet de garnaaltjes, 3 eetlepels kokosrasp en 4 eetlepels ongezouten pinda’s in aparte schaaltjes klaar. Maal de garnaaltjes fijn in een koffiemolentje of stamp ze fijn in een vijzel. Verhit een kleine koekenpan en rooster in de droge pan de vermalen garnaaltjes tot het bruin verkleurt. Schep het terug in het schaaltje.
- Vervolgens ga je in dezelfde pan de kokosrasp roosteren om kerisik te maken. Blijf erbij en blijf omscheppen tot de kokosrasp bruin gekleurd is. Doe de rasp terug in het schaaltje.
- Als laatste rooster je de pinda’s in dezelfde pan tot ze een beetje een kleurtje krijgen. Doe terug in het schaaltje en zet dit allemaal apart tot gebruik.
- Haal de buitenste bladeren van de serehstengel en snijd het kontje en het stugge bovenste gedeelte eraf. Snijd het onderste witte gedeelte in flinterdunne plakjes en hak deze vervolgens zo fijn mogelijk.
- Leg 4 blaadjes djeroek poeroet op elkaar en rol deze op. Snijd het rolletje in flinterdunne reepjes (dit heet chiffonade).
- De 2 bosuitjes snijd je in fijne ringetjes en de rode ui in flinterdunne halve maantjes.
- Doe de geroosterde pinda’s in een vijzel samen met een halve theelepel zout, een halve eetlepel (palm)suiker en chilivlokken naar smaak. Stamp dit fijn, maar niet te fijn. Er mogen nog best wat grove stukjes pinda in zitten.
- Doe de koude rijst in een grote diepe schaal. Voeg 1 theelepel zwarte en een halve theelepel witte peper, de garnaaltjes, geroosterde kokos (kerisik), het pindamengsel en 3 eetlepels gebakken uitjes toe. Hussel dit goed door elkaar.
- Hak de peterselie en koriander fijn en pluk de blaadjes van de takjes munt en de Thaise basilicum. Deze blaadjes hak of scheur je grof.
- Meng de gesneden sereh, djeroek poeroet, bosui, rode ui en verse kruiden er doorheen. Proef de salade en voeg indien nodig nog extra zout of chilivlokken toe. Knijp er als laatste vers limoensap overheen. Serveer er eventueel sambal (trassi) bij.
AANTEKENINGEN
- Wil je deze salade voorbereiden? Zorg dat de rijst is afgekoeld, de droge onderdelen geroosterd zijn en de bosui en rode ui gesnipperd zijn en de sereh en djeroek poeroet fijngesneden is. Dit zet je in de koelkast. Snijd de verse kruiden pas op het laatste moment en voeg ze toe vlak voor het serveren. Zo ziet alles er nog lekker fris en groen uit.